Richard en Cezar
1 en 2 december 2018 |
Haquin en Saint AnneHallo allemaal! Het is er een hele tijd niet van gekomen om nog iets te schrijven over de introductietocht van 1 en 2 december, waarvoor Josje en Hennie ons hadden uitgenodigd. Maar wat in het vat zit verzuurt niet, en eind goed al goed, dus bij deze: ‘s morgens na het ontbijt eerst passen, meten en instructie. Josje en Hennie hadden allerlei materiaal bij zich, en dat zag er allemaal heel ingewikkeld uit. Maar gaandeweg kregen we tijdens het passen uitleg waar alles voor diende, hoe alles werkte met helmen met lampjes, en met tuigjes die met haken en touwen stevig aan elkaar vastgeknoopt waren. Richard maakt zich klaar. En natuurlijk nog meer sterke verhalen... Intussen waren nog twee introducees Aldwin en Kyra, aangeland. Nog even wat chocolade, broodjes naar binnen slaan voor de broodnodige energie, en dan een paar honderd meter over een modderige landweg naar een diepe kuil ergens in een bos. En daar kom je dan opeens in the middle of nowhere een soort van deur met hangslot tegen. Gelukkig had iemand een sleutel bij zich en konden we rap naar binnen. Het avontuur begon! De eerste stappen in de grot le Trou de Haquin waren erg wennen. Losse stenen, rotsen op de grond, het plafond wordt steeds lager en de doorgang steeds smaller. Voetje voor voetje vooruit. Soms op de tast, maar meestal het lichtje volgen van je voorganger. En dan de eerste barriëre. Kruipdoor sluipdoor met handen en voeten, vastgrijpen aan alles wat hopelijk vast blijft zitten, overal kijken waar kan ik mijn voeten kwijt, nog een stapje, beetje uitglijden dus maar terug en opnieuw. Bijna elk hoekje en gaatje heeft wel een nieuwe uitdaging: hoe kom ik er dóór, langs, onderdoor, overheen? Soms zo smal en recht omhoog met zo weinig houvast en punten om je op af te zetten, het kost heel veel kracht en je bent meer nat van je eigen zweet dan van het water dat hier en daar uit het plafond drupt.
Terug in de Chaveehut 's avonds onder leiding van Bert samen lekker gekookt, gegeten en gedronken en nog een tijdje gebabbeld en ongein uitgehaald. De volgende morgen na het ontbijt op naar de St. Anne grot. |
Erik en Kirsten 30 en 31 januari 2016 |
Haquin & AlexanderModder modder en meer modder. Dat is een beknopte samenvatting van ons eerste grotten weekend. En niet te vergeten, de ondergrondse waterval waar we doorheen moesten. Een iets uitgebreidere samenvatting: Vrijdagavond: We komen aan in de gezellige Chaveehut waar we gelijk gebruik maken van het keukentje. Zaterdag: Na het ontbijt springen we in de auto om richting de grot te racen. Hier ontmoeten we de andere introducees en begeleider. Haquin is de eerste grot op ons lijstje, gekozen omdat het goede grot is om introducees mee te nemen. Het blijkt echter een stuk uitdagender dan verwacht door de onbetrouwbare factor: het weer. Deze zorgt ervoor dat de waterval groter is dan dat onze begeleiders ooit hadden gezien in deze grot. Een extra uitdaging is het dan ook om af te dalen langs de waterval, die overigens erg spectaculair is om te zien. Tijdens het afdalen zien we veel van de grot omdat al onze felle lampen de grot goed verlichten. In de grot zijn er genoeg uitdagingen maar ook gelegenheden om even op adem te komen. We stampen door de blubber, kruipen in nauwe gangetjes en beklimmen rotsen. Ondertussen zien we heel veel stalagmieten, stalactieten en formaties die wij inmiddels kunnen onderscheiden J. Via een nauw gangetje klimmen we naar een supercool 'kamertje'. De terugweg verloopt iets minder vlekkeloos want plotseling hangt er een van ons twee ondersteboven (we zullen geen namen noemen maar het is niet Erik)
Zondag: Eigenlijk staat grot Eglise op de planning maar door de regen kiezen we voor Alexander. Alexander heeft niet echt één lange gang maar meer een doolhof van kleine gangetjes. We 'exploreren' zelf een paar gangetjes en bedenken wat we nog meer willen ontdekken. Erik vindt twee doorgangen omhoog en we klauteren door de bovenste omhoog. Dat komen tot een heel verrassende conclusie/ontdekking: door de onderste doorgang kan je weer naar beneden. Het is geweldig op de terugweg want we kunnen gewoon naar beneden glijden! Naast de mooie details van de grot zien we in Alexander nog iets cools: vleermuizen! De vleermuizen houden nu alleen een winterslaap dus we schijnen onze lampen snel op een andere wand. XXX Erik en Kirsten |
26 en 27 oktober 2013 liang & Ed |
Geruime tijd lag er al een uitnodiging van Liang en Ed om te gaan grotten.
Oké niet echt wetende wat dit zou gaan inhouden dachten we we laten ons verassen en zien wel wat er op ons afkomt.
Na toch even de site van de schravelaers bekeken te hebben, nog niets vermoedend want dit zouden we toch echt wel niet gaan doen, dit was toch iets voor de echte speleologen.
Wat we wel wisten was, dat we uitgenodigd waren met kinderen aanhang en klein kinderen. We zouden in een kasteel in België vertoeven met een BBQ en een goed ontbijt. De kleinkinderen werden voorbereid want ze mochten naar een echt kasteel en daar horen natuurlijk ridders en prinsesjes bij. We hadden het verscholen kasteel in Floreffe snel genoeg gevonden en na de oprijlaan leek het al meteen middeleeuws en jawel daar stond het kasteel incl. toren hiernaast nog een losse toren dit was volgens Milan de gevangenis. Wat de kinderen niet wisten was dat de uitrusting van prinses en ridder mee waren genomen en weldra liep ridder Milan met zijn 2 prinsessen Elise en Emma parmantig door het kasteel en Benthe liet vanuit de maxicose ook weten dat ze er was. Langzaam aan arriveerden alle deelnemers en de 5 gidsen van de Schravelaar hadden zich al voorgesteld, Sjaak met zoon Bert Sjoerd Theresa en Frans zouden zorgen dat we heelhuids dit avontuur konden volbrengen. Nadat we onze eigen meegebrachte lunch incl een lekker kopje koffie verorberd hadden kregen we een korte uitleg hoe e.e.a in zijn werk zou gaan. De kleinste onder ons,Benthe Emma Elise Milan en Anna bleven lekker op het kasteel en zouden een wandelingetje gaan maken onder bezielende leiding van Babs en Hetty. Bij terugkomst op het kasteel hebben de kids een broodje knak met limonade genuttigd wat Babs bij zich had. De overige 16 gingen met auto’s in colonne naar de Grot voor de eerste dag. Het mysterie van Grotte de Haquin zou spoedig werkelijkheid worden. >Lees verder< |
22 en 23 oktober 2011 Gregoor |
|
30 mei 2010 Rient Heerink |
Grot weekend in Wallonië.In het laatste weekend van mei gingen we (mijn vader en ik) grotten. Als introducé wist ik niet wat ons te wachten stond. Omdat het een eind rijden was, zijn we op vrijdag vertrokken en konden we de volgende dag vrij snel naar de eerste grot toe rijden. Deze grot ligt bij Huy, een stadje langs de Maas. We waren met veel mensen (ik geloof een stuk of 14) waardoor wij in 2 groepen gingen. De eerste groep, waar mijn vader en ik bij zaten, ging via de ene kant erin en de andere groep via de andere kant. Toen begonnen we aan een helse tocht. Tenminste, dat dacht ik toen ik door de eerste redelijk dunne spleet moest. Dat was best even wennen, de eerste spleet gaf mij het gevoel dat alles mis zou kunnen gaan. De tweede spleet gaf me al een beter gevoel en toen ik gewend was aan de nauwe ruimtes stond niks mij meer in de weg. We gingen als een speer. Na een tijdje kwamen we bij de put; dat was een niveauwisseling van zo’n van 8 á 10 meter. Toen ik hoorde dat we via een touwladdertje naar beneden en boven zouden gaan dacht ik; dit is echt nutteloos. Maar toen ik beneden was gaf het op een of andere manier een heel speciaal gevoel, ik vond het echt vet. Toen iedereen weer boven was kwamen we de 2e groep tegen die dezelfde route andersom deed. Vervolgens gingen we weer als een speer. Tot we bij een hele rare kleine tunnel kwamen. Ik zat nog vol zelf vertrouwen van de vorige tunneltjes waar ik altijd als tweede en soms als eerste door ging. Dus daar ging ik dan, maar ik kwam erachter dat deze toch net wat langer, smaller en anders was dan de rest. Halverwege zat ik met het probleem dat ik me niet meer kon afzetten, ik ging toch maar even terug. Toen Sjoerd was geweest probeerde ik het nog een keer en dit keer succesvol. De tunnel was als volgt; eerst een stuk recht uit en vervolgens even achteruit steken en dan kon je makkelijk een zijgang inglijden. Na weer een paar hele mooie dingen te hebben gezien gingen we terug en via de andere uitgang eruit. ’s Avonds gingen we lekker BBQ’en en in de skihut bij het kasteel hebben we een hele gezellige avond gehad. De volgende dag gingen we weer vroeg op pad naar een watergrot. Dat beloofde wat, ze heeft haar naam ook wel naam waargemaakt; ze was behoorlijk nat. |
27 feb 2010 |
Saint AnneZaterdag ochtend 27-02-2010, was het dan zover. We zouden op 10:00 verzamelen bij de parkeerplaats van de ANWB in Maasbracht. We zijn, natuurlijk als belangrijkste: Sjoerd van der Schuit en zijn “grotmaatje” Sjaak Tindemans, zonder hun voortreffelijke leiding was het niet mogelijk geweest. Verder Kim van der Schuit, Janne Opmeer, Sjef en Truce Heijkers, een Collega brandweerman van Sjoerd, Hans, mijn dochter Maaike en ikzelf natuurlijk. De “bus” uit Roermond was ruim op tijd aanwezig, er was zelfs nog ruimte om een sanitaire stop te maken door een van de dames. We hebben haar gewaarschuwd voor de overal aanwezige camera’s maar kennelijk heeft ze een plekje “buiten beeld” gevonden, op youtube is nog niets gevonden. Exact om 10:00----piepjes van het nieuws---- kwam de materiaalwagen tot stilstand. Snel even wat gegevens uitgewisseld over de te volgen route en de plaats van bestemming en we konden vertrekken. Een goed uur verder waren we onder aan de rots is Tillf, net achter Luik. De auto’s keurig op de parkeerplaats en ons feestje kon beginnen. Omkleden dus, eerst techno-onderkleding, dan een warme fleeze trui, of zoals de profs een complete overall van fleeze. Hierover kleding die nat en vuil mag worden, bv een overal uit de vorige eeuw, al diverse malen versteld. Tot slot een paar rubberen laarzen, die bij sommige mensen ook nog van net na het stenen tijdperk dateerde. Maar dat maakt niets uit onder de grond is het toch donker. Om wel een klein beetje zicht te houden kregen we een helm met een lampje, snel de mee gebrachte batterijen er in en we waren startklaar. Alle waardevolle spullen gingen in een waterdicht tonnetje van Sjoerd. Vreemd dat er toen bij niemand een lampje is gaan branden---een waterdicht tonnetje--- waar zou dat nou voor dienen ?? Zal wel door de spanning gekomen zijn komen. We konden vertrekken een klein trapje op 15 meter hoger stonden we voor de ingang van de grot. Zag er nog niet echt spectaculair uit. Sjoerd heeft hier wat uitleg gegeven over het ontstaan van grotten in het algemeen, en hoe ze gevormd zijn, ook wat informatie over de “st Anne” grot die we zouden bezoeken. De toegang van de grot is normaal afgesloten met een stalen hekje, gelukkig hadden de meest ervaren “Neanderthalers” de sleutel mee genomen. We konden dus naar binnen !!! Lees meer het is de moeite waard
|
6 en 7 juni 2009 |
Haquin en EgliseOp internet hadden we al regelmatig sites over speleologie bekeken, en onze interesse was gewekt. Dus meer informatie gezocht en de stoute schoenen aangetrokken. Zo kon het gebeuren dat we op een zaterdag ochtend ergens in de middle of no where kennis maakten met een aantal speleologen. We hadden ons van te voren goed ingelicht. Ik had mijn regenpak aan, andere droegen een overall, helaas hadden ze die nergens in mijn maat. Dit bleek absoluut geen overbodige luxe. Ook hadden we een flink aantal penlights mee voor de lamp (batterijen, reserve batterijen, en reserve voor de reserve). Je zult onder de grond maar eens in het donker komen te zitten ;-) Als eerste grot gingen we naar Trou d’Haquin. Het was die dag vrij druk bij de grot, dus de deur was al open. Het eerste stuk onder de grond viel wel mee. Al snel werd het steeds nauwer. Uiteindelijk bleek dat speleo vooral betekent dat je je in de meest onmogelijke bochten moet wringen om jezelf door de meest onmogelijke gaatjes en gangetjes te wurmen (zo leek het in ieder geval). Echt een uitdaging in een gladde en glibberige omgeving. We zijn in totaal 4,5 uur onder de grond geweest, maar de tijd vloog voorbij. Een aantal keren leek het me echt onmogelijk om nog verder te komen, maar altijd was er dan wel iemand die even een zetje gaf in de goede richting. Grotten blijkt een echte teamsport, en je leert de mensen van de groep waarmee je aan de tocht begint snel kennen en vertrouwen. Buiten gekomen was ik doodmoe, erg modderig, maar ook zeer voldaan en vol verwondering. Zo’n eerste grottocht is een heel bijzondere ervaring. We sliepen bij het kasteel in Floreffe. Daar hadden we een heerlijke bbq, een rondleiding door de huisgrotten, fijne Belgische biertjes en sterke verhalen rond het kampvuur. ’s Avonds zochten we niet al te laat onze slaapzak op, in de wetenschap dat de volgende dag weer vol verrassingen zou zitten. Op zondag eerst een stevig ontbijt genuttigd in het kasteel, daarna naar de kerk, oftewel de grot Eglise. Het verbaasde me hoe anders deze grot was dan de Haquin, terwijl ze toch niet zo ver van elkaar verwijderd zijn. Ook vandaag was het weer grenzen verleggen. Hier hebben we op onze buik door een ondergrondse rivier gekropen (in een rotsspleet, terwijl het water langzaam in je kleding naar binnen sijpelde). Daarna hebben we een afdaling gemaakt aan een koord, ook best spectaculair. Later via een waterval weer naar boven geklommen (behoorlijk glibberig en cool). Wederom een waanzinnige tocht. Nadat alle spullen in de Maas gewassen zijn en we afscheid hadden genomen was het tijd om naar huis te gaan. Thuis gekomen kijken we terug op een heel bijzonder weekend waarbij we grenzen hebben verlegd, in een onwaarschijnlijk mooie omgeving. Op maandag was het blauwe plekken tellen en de spierpijn zal nog wel een aantal dagen duren. Maar ik had het absoluut niet willen missen. Iedereen die mee was, bedankt! |
8 november 2008 Saskia Klerk |
Nou MoulinDaar stonden we dan in het herfstlandschap van de Ardennen bij de ingang van de Trou du Nou Moulin die we gingen bezoeken. Een paar keer eerder had ik ‘gegrot’, maar ik was erg benieuwd hoe het na anderhalf jaar zou zijn met mensen die ik helemaal niet kende. Gelukkig vielen ze reuze mee. De meeste van de ervaren grotters die ons mee namen, waren er al. Er werd ons uitgelegd dat de grot soms nog actief was. Dat betekende dat er soms nog water door heen stroomde die zo de grot verder vormde. Maar aan de stand van het beekje naast de ingang was te zien dat dit vandaag niet het geval zou zijn. We trokken dus onze speciale kleding aan, zette onze helm op, testte ons lampje en we waren er klaar voor. Vrijwel meteen werden we voor een ongebruikelijke situatie gesteld. We moesten ons toch echt door het nauwe gaatje dat we voor ons zagen, weten te wringen om de grot in te kunnen. Maar we probeerden het gewoon en het lukte. Het zou steeds zo gaan, ook de volgende dag in de Sainte Anne. Steeds werden we voor nieuwe, onbekende situaties geplaatst en steeds lukte het (de ene keer met meer moeite dan de andere) om verder in de grot onze weg te vinden. Natuurlijk waren onze begeleiders er bij om te helpen als iets onszelf niet lukte, maar gelukkig lieten ze ons alles eerst zelf proberen. Dan bleek dat ik meer kon dan ik dacht. Onderweg kregen we nog aanwijzingen voor hoe we het beste van de stenen en over de stenen konden klimmen. Eigenlijk besefte ik ook niet dat ik onder de grond was ook al kregen we hele bijzondere dingen te zien. Vooral het ondergrondse meertje en de grote rotsblokken erin zijn me bij gebleven. De grotten waren erg gevarieerd, we mochten zelfs nog een klein stukje afdalen met koord. Bij de Nou Moulin kwamen we op een andere plaats de grot uit dan waar we erin waren gegaan. Toen we eruit kwamen merkten we pas dat we een flink aantal meters naar boven waren geklommen. We hadden nu een heel mooi uitzicht over het dal. Doordat er steeds zoveel te zien en doen was vloog de tijd. Na afloop dronken we nog wat, een enkeling probeerde nog de, naar zeggen uitstekende, pain perdu, en toen was het alweer op huis |
23 februari 2008 Nick Erenstein |
HaquinDe groep verzamelde zich op een parkeerplaatsje. Daarna gingen we op weg naar de grot zelf;
ik wist totaal niet wat me te wachten stond. Maar het erheen rijden was al mooi op zich. Het landschap was mooi bergachtig en ook vrij groen.
|
23 februari 2007 Tim Wester |
Saint AnneMet de herinnering aan een introductietocht van 12 jaar geleden in mijn achterhoofd stond ik wederom voor de grot de Saint Anne. Met thermo ondergoed, een overall, laarzen en een helm op stond ik klaar voor het avontuur. De deur van de grot gaat open, mijn helmlampje zet ik aan, en op mijn buik kruip ik de grot binnen. “Zo, nu gaat het beginnen” dacht ik. Na enige gewenning aan het donker en een 10 tal meters gebukt te hebben gelopen kregen we meteen de vuurdoop. We moeten door een klein gat in de grond, zo groot dat we er net doorheen pasten. Gewoon voeten vooruit en dan rustig laten glijden was het advies. Het leek moeilijker dan dat het was en dus zo gezegd, zo gedaan. Vervolgens liepen, kropen en tijgerden we over rotsen, door water en modder verder richting de “Brievenbus”. De brievenbus? Juiste benaming aangezien we door een smalle gleuf, met handen en voeten tekort, omhoog moesten klauteren. De gleuf was zo smal dat ik mijn hoofd en helm zijwaarts moest houden om er doorheen te passen. Dit was veruit het moeilijkste punt van de grot, maar wel leuk (en zeer vermoeiend) na er doorheen te zijn. Na over flinke rotsen en diepe gaten te zijn geklommen was het einde van de grot in zicht. Kortom, tijd om terug te gaan. Weer door de “brievenbus”, lekker glijden en dus vele malen makkelijker dan de heenweg, op weg naar een parallelle gang richting de uitgang. Hier liepen en kropen we door een ondergrondse rivier. Dit was een zeer mooi stuk om te zien, maar tegelijkertijd ook vermoeiend en koud doordat we nu helemaal doorweekt van het water waren. Na 3 tot 4 uur onder de grond te zijn geweest, kwam dan helaas een einde aan het avontuur. De uitgang was namelijk weer in zicht en buiten stond de stralende zon ons alweer op te wachten. Zeiknat en een beetje koud stond ik in de verwarmende zon na te genieten van het geweldige avontuur. Echt een aanrader en zeker voor herhaling vatbaar dacht ik toen.
|